OVER EDUX
EDI en mindset
Veel scholen gebruiken het Expliciete Directe Instructie (EDI) model als middel om de kwaliteit van de instructies op school te waarborgen. Afstemmen op de instructiebehoeften van de groep, doelgericht werken, leerlingen succeservaringen laten opdoen en denktijd bieden staan hierbij centraal. Met behulp van EDI zorg je ervoor dat kennis en vaardigheden goed worden overgebracht op de leerlingen. Daarbij staan drie vragen centraal:
- Wat wil ik mijn leerlingen leren?
- Hoe wil ik ze dat leren?
- Hoe weet ik of ze geleerd hebben?
Directe instructie in combinatie met sterke procesgerichte feedback, maken dat leerlingen leren. Naast deze didactische principes toont onderzoek aan dat ook de verwachtingen die de leerkracht van een leerling heeft een belangrijk verschil kunnen maken als het gaat om het behalen van goede leerprestaties (Marzano, 2007).
Voorbeeld 1
Neem bijvoorbeeld de overdracht die je houdt over een leerling in jouw groep. Je zou als leerkracht bijvoorbeeld als volgt kunnen spreken over Roos op het gebied van rekenen:
‘Roos heeft het hele jaar bij mij in de verlengde instructie gezeten voor rekenen. Ze vindt rekenen erg lastig en heeft de extra uitleg hard nodig, zodat ze de opdrachten goed maakt. Als je deze uitleg niet geeft, dan zul je merken dat Roos het spannend vindt om zelf aan de slag te gaan. Ik zou zeker op het gebied van rekenen oppassen dat je Roos niet overvraagt’.
Voorbeeld 2
Als je je echter beseft dat de verwachtingen die de volgende leerkracht krijgt van cruciaal belang zijn voor de leerstappen van Roos, dan zou je ook het volgende over Roos kunnen meegeven:
‘Roos is ontzettend goed in leren als het gaat om rekenen. Ze heeft vaak de verlengde instructie nodig om tot een goed begrip te komen en geeft daarbij niet snel op als het niet meteen lukt. Hierdoor heeft ze afgelopen jaar mooie stappen gemaakt op het gebied van rekenen. Ik zal haar zeker blijven uitdagen op dit gebied, ze is niet meer bang om te leren van haar fouten.’
Hoe komt het dat de verwachtingen van de leerkracht zo belangrijk zijn? Zoals in de figuur hiernaast is te zien, hebben verwachtingen van de leerkracht invloed op zijn/haar handelen. Het handelen van de leerkracht heeft vervolgens invloed op het zelfbeeld van de leerling. In het geval van Roos zou de leerkracht op basis van het eerste voorbeeld ‘voorzichtig’ omgaan met Roos en haar zo min mogelijk belasten met moeilijke vragen. Roos zal dat in de gaten krijgen en zichzelf als ‘zwakke rekenaar’ bestempelen. En wat blijkt nou? Als je jezelf als ‘zwakke rekenaar’ bestempeld, ga je ook daadwerkelijk minder goed presteren op rekengebied. Probeer nu het tweede voorbeeld van de overdracht van Roos eens in de cirkel te plaatsen. Wat zou dit betekenen voor het zelfbeeld van Roos?
De mindset die je als leerkracht hanteert, hangt samen met de verwachtingen die je hebt over leerlingen (Dweck, 2011). Je kunt spreken van een vaste mindset en een groeimindset. Deze twee denkstijlen zeggen wat over de manier waarop je naar leren kijkt. Als je een vaste manier van denken gebruikt, geloof je dat je bent geboren met vaststaande capaciteiten en competenties en dat deze weinig veranderbaar zijn (“Roos is gewoon niet goed in rekenen’’). Als je een groeimindset gebruikt ga je uit van de gedachte dat je jezelf altijd verder kunt ontwikkelen (‘’Roos leert van haar fouten bij rekenen en wordt daardoor beter’’).
Doordat je met EDI expliciet aandacht besteedt aan het lesdoel en het begrip daarvan, biedt EDI een mooie basis om aandacht te besteden aan het leerproces. Het wordt hierdoor gemakkelijker om een groeimindset bij leerlingen te stimuleren. De volgende tips kunnen hierbij helpen:
- Stel jezelf niet alleen de vragen ‘Wat wil ik mijn leerlingen leren?’, ‘Hoe wil ik dat doen?’ en ‘Hoe weet ik dat ze geleerd hebben?’ ook de vraag: ‘Hoe kan ik mijn leerlingen bewust maken dat ze geleerd hebben?’.
- Benoem het als je leerlingen het leerdoel wat je hebt gesteld nog erg moeilijk vinden. Zie je bijvoorbeeld nog veel fouten op de wisbordjes in je klas? Geef aan dat jullie een goed doel hebben gekozen, omdat bijna iedereen het nog moet leren!
- Als je gebruik maakt van een beurtenbakje, leg jouw leerlingen dan ook uit waarom je dat doet. Zo begrijpt jouw klas iedereen op een andere manier leert, en dat de een soms langer de tijd nodig heeft om op een antwoord te komen dan de ander.
- Wanneer je een groeimindset gebruikt, waardeer je eigenschappen die voor succes zorgen. Denk bijvoorbeeld aan doorzetten, fouten maken en hard werken. Als je goede procesgerichte feedback wilt geven, kun je juist deze eigenschappen van een leerling expliciet benoemen! Feedback als ‘Wat heb je je rekenwerk snel af vandaag!’ stimuleert juist een vaste mindset waarbij de leerling kan beredeneren dat het vooral knap is als je iets zonder inzet/moeite kan.
Literatuur
- Dweck, C.S. (2011). Mindset, de weg naar een succesvol leven. Amsterdam: Uitgeverij SWP.
- Marzano, R.J. (2007). Wat werkt op school, research in actie. Vlissingen: Bazalt.
- Schmeier, M. (2015). Expliciete Directe Instructie. Huizen: Pica.
Ben je nieuwsgierig geworden naar de kracht van de combinatie EDI en mindset? Neem dan gerust contact op met onze adviseurs.