OVER EDUX
Beter ben je buiten - Een goede start
Voor de meeste kinderen is het buiten fijner dan binnen. Buiten ervaren ze een gevoel van vrijheid en de buitenlucht zorgt voor vitamine D en alertheid. Neem kinderen dagelijks mee naar buiten, en niet alleen om een kwartier te ‘luchten’. Adviseur Sabine Louwerens deelt regelmatig haar tips om de ontwikkeling van kinderen buiten te stimuleren. Deze keer ‘een goede start’.
Na de zomervakantie zit (of staat) er weer een hele nieuwe groep op je te wachten. Vaak kennen de kinderen elkaar al, omdat ze al jaren bij elkaar in de klas zitten. Toch moet je die 6 weken los van elkaar niet onderschatten. Kinderen kunnen net een flinke groeispurt krijgen, in de (pré)puberteit raken of een nieuwe vriend hebben gemaakt. Ook dat ene nieuwe kind (van een andere school) kan de groepsdynamiek aardig ontregelen. De grootste ontregelaar in een nieuwe groep ben jij zelf. Je bent de nieuwe leerkracht met je eigen routines, ankers en grapjes. Je bent of wordt, als het goed is, de Bokito op de apenrots. En als daar al een andere Bokito heeft plaats genomen, of wil gaan nemen, krijg je een uitdagende start.
Om alles in goede banen te leiden, zijn er een aantal zaken van belang:
- Leer je ankers en routines goed aan. Niets is vanzelfsprekend, ben duidelijk in wat je wil.
- Zorg voor een positieve relatie met alle kinderen en stimuleer de relatie tussen de kinderen onderling. (Relatie)
- Zorg dat kinderen autonome keuzes kunnen maken en kunnen laten zien wie ze zijn. (Autonomie)
- Waardeer hen om wat ze al weten en kunnen. (Competentie)
TIP 1: LAAT ZE VRIJ SPELEN
Er zijn 1001 spelletjes die gaan over kennismaken, samenwerken en vertrouwen, die zijn in deze fase fijn en effectief. Maar het aller effectiefst is: laat ze vrij spelen. In spel zijn kinderen het meest ‘echt’ en zie je minder sociaal wenselijk gedrag. Mijn advies is dan ook: neem ze mee naar buiten.
De buitenruimte nodigt uit tot spel. Speel de eerst 2 weken elke dag een half uur alleen met je eigen klas op het plein en zorg ervoor dat je goed kunt observeren en bijsturen. De belangrijkste regel in de eerste 2 dagen is: ‘Zorg dat niemand zich alleen voelt, we zijn hiervoor samen verantwoordelijk’. Leer kinderen zo op een positieve manier voor elkaar te zorgen.
TIP 2: ZORG VOOR SAAMHORIGHEID
Een manier die ik vaak toepas is het maken van een groepsfort, -hut of -tent. Dat is jullie thuishaven en deze plek is alleen voor jullie klas. Het leukst is om deze met pallets zelf te bouwen (vanaf groep 5), maar ook het samen opzetten van een bungalowtent op het plein is al een mooie manier om een eigen plek te creëren. Je kunt deze ‘hutten’ een week of twee laten staan en je ziet dat ze steeds mooier worden. Er worden gordijnen gemaakt, een vlag, er komen bloemen en een tuintje. Kinderen zijn super creatief en stimuleren elkaar het meest in vrij spel. Tijdens dit bouwproces houd je jezelf op de achtergrond en je observeert en stuurt heel subtiel bij.
TIP 3: DOE ZO MIN MOGELIJK SPELLEN WAARBIJ WINST EN VERLIES EEN ROL SPELEN
Kinderen met een goede motoriek en veel sportief talent zijn vaak populair in de groep. Het is belangrijk dat kinderen die dit minder hebben ook een kans krijgen. Te veel aandacht voor ‘winnen’ zorgt voor onderlinge competitie en vaak voor onaardig gedrag. Vooral de minder vaardige kinderen kunnen hierdoor buiten de groep vallen. Het gaat ten koste van het welbevinden van deze kinderen en dat wil je niet. Bedenk voor de gymles spellen die samenwerken stimuleren en waar ook denkkracht bij nodig is. Denk aan de groene spelen, zeskampspelen en kijk ook eens op deze website: www.spelactief.nl.
TIP 4: SPEEL MEE!
Door observeren zie je welke kinderen natuurlijke leiders zijn, wie goede ideeën hebben en wie naar elkaar toetrekken. Wissel observeren af met meedoen! Probeer in vrij spel een dienende rol te kiezen en niet teveel leiding te nemen. Laat zien dat je het fijn vindt om met ze te spelen. Betrek de rustige kinderen op een natuurlijke manier bij het spel van de ander, zonder het op te leggen.
TIP 5: EVALUEER WAT JE GEZIEN HEBT
Evalueer wat je gezien hebt op het plein en tijdens het spel. Vertel waar je trots op was. Bijvoorbeeld: ‘Fijn dat iedereen mee deed!’ Benoem welke rollen je zag. Bijvoorbeeld: ‘Goed dat je de leiding nam en super dat er ook kinderen waren die jou wilden volgen in je spel’.
Als je de kinderen in de eerste weken veel laat spelen en dit langzaam afbouwt, heb je daar de rest van het jaar profijt van. Plan in de eerste weken niet te veel. Houd je bezig met rekenen, spelling, taal en buitenspel. Tijdens buitenspel zijn kinderen namelijk zelf bezig met creatief denken, burgerschap, logisch redeneren, executieve vaardigheden, motoriek, sociale vaardigheden, en nog veel meer. Ben niet te bang om de andere vakken pas 2 weken later op te starten. Een goede groepsdynamiek zorgt voor minder geruzie tijdens en na de pauze, meer betrokkenheid bij elkaar en een groter welbevinden. Kortom: alles om tot leren te komen.
Meer weten?
Wil je meer weten over het inzetten van de buitenomgeving om kinderen tot leren en ontwikkelen te laten komen, neem contact op met Sabine Louwerens.