OVER EDUX
Beter ben je buiten - Bewegend leren
Voor de meeste kinderen is het buiten fijner dan binnen. Buiten ervaren ze een gevoel van vrijheid en de buitenlucht zorgt voor vitamine D en alertheid. Neem kinderen dagelijks mee naar buiten, en niet alleen om een kwartier te ‘luchten’. Adviseur Sabine Louwerens deelt regelmatig haar tips om de ontwikkeling van kinderen buiten te stimuleren. Deze keer ‘gebruik de weersomstandigheden’.
Als je als school meer naar buiten wilt gaan, kun je er niet onderuit om dat in verschillende weersomstandigheden te doen. Het regent in Nederland vaak, dus een aantal lessen in de regen kunnen niet ontbreken. Ze zijn zelfs in te plannen, als je het weer in de gaten houdt. Die paar dagen per jaar dat er sneeuw ligt, moet je effectief gebruiken. Er valt dan voor alle leeftijden zoveel te ontdekken.
natuurkunde
Hoe snel smelt sneeuw? (voor alle leeftijden op eigen niveau)
Verdeel de kinderen in groepjes van vier. Geef elk groepje de volgende materialen:
- 4 dezelfde bakjes;
- 1 klein balletje (bijvoorbeeld een golfbal);
- Papier en pen of een wisbordje;
- Een thermometer die de temperatuur van een ruimte meet.
Alle kinderen maken een stevige sneeuwbal zo groot als het balletje. De ballen gaan allemaal apart in een bakje en worden op diverse plekken met verschillende temperaturen gezet. Kinderen mogen deze plekken samen kiezen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de schuur, de gang, de klas, op de verwarming of in de koelkast. Kinderen kijken met de thermometer hoe warm het in de betreffende ruimte is. Daarna kijken ze gedurende de dag hoe snel hun eigen sneeuwbal smelt. Hiervan kun je grafiekjes maken en ook kun je kijken hoeveel smeltwater er per bal in de bakjes zit. Heeft dit effect op het snel of langzaam smelten?
Er valt veel te ontdekken. Je kunt hiervoor een werkblad maken, of juist een heel open opdracht geven. Is de sneeuw alweer weg? Gebruik dan ijsklontjes in plaats van de sneeuwballen.
rekenen
Geef eens een heel open opdracht aan de bovenbouw: Hoeveel sneeuwballen ter grootte van een tennisbal kun je maken met de sneeuw die nu op het plein ligt? Verdeel de klas in groepjes van drie of vier personen, laat hierbij kinderen met verschillende rekenniveaus samen werken.
Geef naast de opdracht de volgende instructie: ‘Bedenk samen hoe je het gaat doen. Maak eerst een schatting en schrijf de schatting op. Verdeel rollen, ga aan de slag en zorg dat je de hele berekening kunt laten zien aan de klas’.
Bij deze opdracht is het antwoord niet eens zo belangrijk, de groepjes vertellen aan elkaar hoe ze het gedaan hebben en je kunt samen kijken welke manieren ongeveer dezelfde uitkomst geven. Je stimuleert hierbij het onderzoekend en ontdekkend leren!
NB. Het is voor een klas die veel buiten rekent fijn om een lang meetlint te hebben (30 – 50 meter) en/of een meetwiel. Op die manier kun je makkelijk grote oppervlakten meten en daarna vertalen naar een kleine plattegrond.
bouwen
Ga met je onderbouwklas naar buiten en neem kleine poppetjes, bijvoorbeeld kabouters mee. Laat kinderen een huisje bouwen voor deze poppetjes. Als je het in tweetallen doet werk je ook nog aan het samenwerken. Begeleidende vragen die je hierbij kunt stellen: Hoe werkt sneeuw als bouwmateriaal? Kun je een iglo maken? Past het poppetje ook in het huisje? Is er een deur en zijn er ramen? Is het goed beschut tegen de kou?
Zet al deze huisjes bij elkaar zodat er een echt sneeuwdorp ontstaat. Snel fotograferen, want voor je het weet is het dorp verdwenen.
Meer weten?
Wil je meer weten over het inzetten van de buitenomgeving om kinderen tot leren en ontwikkelen te laten komen, neem contact op met Sabine Louwerens.