OVER EDUX
Beter ben je buiten - Bewegend leren
Voor de meeste kinderen is het buiten fijner dan binnen. Buiten ervaren ze een gevoel van vrijheid en de buitenlucht zorgt voor vitamine D en alertheid. Neem kinderen dagelijks mee naar buiten, en niet alleen om een kwartier te ‘luchten’. Adviseur Sabine Louwerens deelt regelmatig haar tips om de ontwikkeling van kinderen buiten te stimuleren. Deze keer ‘geschiedenis.
Wat nu als we buiten op zoek gaan naar de geschiedenis? Of als we buiten leren over geschiedenis? Beide opties zijn goed in te passen. Bekijk waarover je thema gaat en of deze geschiedenis ook buiten te vinden is. Geschiedenis vind je in een museum, maar ook op straat, in de natuur en bij je buurtgenoten. Als je geschiedenis echt wil laten leven is het goed om buiten binnen te halen en binnen naar buiten te brengen. Dat doe je letterlijk door mensen en spullen naar binnen te brengen. Geschiedenis naar binnen halen betekent ook dat je de geschiedenis in het kind laat leven. Start altijd met een goed verhaal. De vraag ‘wat deden de kinderen in die tijd?’, doet het altijd goed. Ook helden maken geschiedenis interessant. Als je kinderen echt geïnspireerd hebt kunnen ze vanuit de intrinsieke motivatie (en dus betrokkenheid) vaak heel zelfstandig aan de slag. Daardoor kun je de buitenruimte gebruiken zonder letterlijk naast de kinderen te staan. Sabine deelt graag een aantal geschiedenis ideeën om toe te passen in het buiten leren en bewegen.
archeologie voor beginners
Wat heb je nodig? Een schepje, een kwastje een lepel, een doekje en spullen om te verstoppen.
Vertel een verhaal (of laat een filmfragment zien) over archeologie. Verstop vervolgens een aantal materialen (die gerelateerd zijn aan het tijdvak van je thema) in de grond. Dat kunnen fossielen zijn (bijvoorbeeld stenen, schelpen, of nagemaakte fossielen), maar ook materialen uit die tijd. Het is zelfs al leuk als je plaatjes van gelamineerde voorwerpen uit die tijd verstopt (hoewel dit het wel minder echt maakt).
Laat kinderen deze spullen als echte archeologen zoeken, schoonvegen en bekijken. Laat ze beschrijven wat het is, waar het voor gebruikt werd en ga zo maar door. Als kinderen geen open opdrachten gewend zijn, is het handig om vooraf een werkblad te maken dat de kinderen mee naar buiten kunnen nemen.
Op zoek naar architectuur
Deze opdracht past bij de geschiedenis waar je je bevindt. Laat kinderen in kleine groepjes op zoek gaan naar rijksmonumenten in de buurt. Laat hen uitzoeken waarom een bepaald huis een monument is, wie er gewoond hebben, uit welke tijd, noem maar op.
Het op zoek gaan is al een ontdekking op zich, maar je kunt de kinderen ook foto’s laten maken van alle monumenten. Kinderen leren dat een bordje bij de deur laat zien dat iets een monument is.
Vragen die je kunt stellen: ‘Wat maakt een huis een monument?’, ‘En zie je andere huizen in de omgeving die volgens jou ook een monument zouden moeten zijn?’.
Deze opdracht is een mooie manier om kinderen meer connectie te laten maken met de omgeving waar zij zich in bevinden. Het is helemaal tof als je een aantal bewoners of een buurtbewoner iets kan laten vertellen over de huizen die de kinderen vinden. Dit kan uiteraard ook in een volgende les.
De canon op het plein
Deze opdracht is bedoeld om gebeurtenissen in de juiste tijd te plaatsten. Geef de kinderen gelamineerde kaarten waarop allerlei geschiedenisfragmenten te zien zijn (in beeld en tekst). Het gaat dan uiteraard over zaken die ze eerder al geleerd hebben. Laat de kinderen in een groepje deze fragmenten in de juiste volgorde hangen minimaal een meter uit elkaar (bijvoorbeeld aan het schoolhek), zonder gebruik te maken van een boek of andere bron. Ze moeten dus samen overleggen, beredeneren en kennis ophalen. Laat ze met stoepkrijt het jaartal (of de eeuw) noteren.
Als ze hiermee klaar zijn, mogen ze met behulp van de geschiedenis canon kijken in hoeverre ze de kaarten goed gehangen hebben. Als alle kinderen geweest zijn, laat je de kaarten in de juiste volgorde op het plein hangen.
automatiseren van geschiedenis tijdsbesef
Deze oefening kun je uitvoeren met de hele klas tegelijkertijd. Gebruik de canon van de vorige opdracht en laat kinderen steeds naar een gebeurtenis rennen.
Bijvoorbeeld: ‘Alle kinderen met een spijkerbroek gaan bij Napoleon staan’, ‘Alle kinderen met een paardenstaart gaan bij de tweede wereld oorlog staan’, enzovoorts.
Zorg ervoor dat alle kinderen meerdere keren moeten lopen/rennen, zodat ze meerdere tijden gehad hebben. Herhaal deze oefening een aantal keer.
Uiteraard zijn er nog veel meer mogelijkheden en kun je eindeloos variëren. Als je met je team samen gaat zitten heb je in ‘no time’ meerdere nieuwe ideeën, die in verschillende groepen toegepast kunnen worden.
Meer weten?
Wil je meer weten over het inzetten van de buitenomgeving om kinderen tot leren en ontwikkelen te laten komen, neem contact op met Sabine Louwerens.