OVER EDUX

Nieuws

Kleine baby's en hun grote kwaliteiten

15 juli 2024

Emmi Pikler Stichting Nederland (z.d.) beschrijft de competente baby als een volwaardig mens, die een natuurlijke, aangeboren drang heeft tot ontwikkelen en het vermogen heeft contact te leggen, zich te hechten en veel te bewegen. Lees in dit artikel meer over hoe je concreet met de uitgangspunten van de visie van Emmi Pikler aan de slag kunt op de groep.

Een natuurlijke, aangeboren drang tot ontwikkelen.

Elke pasgeboren baby kan onder de juiste omstandigheden, zonder hulp, de weg van moeders buik naar de borst vinden om zijn/haar eerst voeding tot zich te nemen. Deze zogenaamde ‘Breast Crawl’ is een prachtig voorbeeld van het eerste instinct waarover een baby beschikt om zich zelf te redden (Verweij, 2017). Als we het gegeven dat ieder kind een natuurlijke drang tot ontwikkelen heeft, centraal stellen op onze babygroep, wat betekent dat dan voor onze inrichting? Dit vraagstuk kun je direct koppelen aan een andere overtuiging van de visie van Emmi Pikler. Namelijk dat baby’s een drang hebben tot bewegen.

Bij de jongste baby’s begint dit uiteraard met kleine initiatieven: het hoofdje oprichten, de grijpreflex en het volgen van een bewegend voorwerp met de ogen. Er ontstaat in die eerste maanden een transitie van ‘onbewuste’ reflexen naar gerichte bewegingen. Al vinden baby’s het vaak heerlijk om rechtop vanuit jouw armen rond te kijken. Met het oog op ontwikkel- en beweegdrang, heeft het de voorkeur om een baby vanuit rugligging de wereld om zich heen te laten ontdekken. Liefst op een ondergrond die stevig is. Zo kan een baby, wanneer hij uitgerust en gevoed is, de tijd nemen om zijn eigen handen en eigen lichaam te ontdekken. Zoals hierboven beschreven staat, gaat deze natuurlijke ontdekkingsreis gepaard met een vermogen om contact te maken en zich te hechten aan anderen. Om de kansen op deze contacten voor de baby te vergroten, kun je een aantal zaken met betrekking tot de inrichting van de babygroep en het handelen op de groep eens goed onder de loep nemen.

Wist je dat? Een baby van 4 maanden oud besteedt gemiddeld 20% van speeltijd aan het kijken naar zijn handen.

WAAR TE BEGINNEN?

Om de koppeling naar je eigen groep te maken, zou je eens kunnen kijken welke onderdelen de bewegingsvrijheid voor baby’s in de weg staan en welke dit juist versterken. Bespreek eens met je collega’s welke kansen er liggen om de interactiemogelijkheden voor de baby’s te vergroten. Hoe zorg je dan tegelijkertijd voor plekjes die veiligheid en geborgenheid bieden? En wat betekent het voor jullie verdere dagritme en taakverdeling als deze onderdelen zouden veranderen?

Naar een aantal concrete bespreekpunten vertaald:

Een kleine/hoge box

Prettig om voor de allerkleinste baby’s die nog niet rollen, om hen een geborgen en veilig plekje te bieden. Maar voegt het voor de rollende baby iets toe?

Een grondbox die (deels) gebruikt wordt als opslag

Gebrek aan opslagruimte is helaas op sommige kinderopvanglocaties een serieuze uitdaging. De grondbox is echter niet de plek om materialen in op te bergen maar juist dé plek om baby’s bewegingsvrijheid én contactmogelijkheden te bieden.

Een babygym

Aangezien een baby je nog niet kan vertellen wanneer hij/zij eigenlijk liever zou willen rondkijken i.p.v. te kijken naar de babygym, zul je bij het aanbieden hiervan (net als bij het aanbieden van elk ander materiaal), goed moeten kijken of dit iets toevoegt voor de ontwikkeling op dat moment.

Een wipstoel Voor sommigen een noodzakelijk meubel in een volle babygroep. Áls dat je overtuiging is, bespreek dan kritisch hoe vaak en hoe lang je deze per keer wilt gebruiken. Voor de ontwikkeling van de heupjes en ruggengraat wordt een zittende houding voor baby’s niet aangeraden. Emmi Pikler adviseert voeden op schoot. Uiteraard betekent dit iets voor de taakverdeling en de beschikbare handen op dat moment*.

Het gebruik van tuigjes in de stoel/bank

Het stimuleren van de ontwikkeling van natuurlijke bewegingen en het ongestoord laten bewegen van kinderen past erg binnen deze visie. Door het gebruik van een tuigje, wordt dit belemmerd. Het gaat om zoeken naar een balans tussen veiligheid en het bieden van ruimte voor initiatief (Emmi Pikler Stichting Nederland, z.d.).

* Wil je meer weten over hoe je de voeding zonder wipstoel zou kunnen aanbieden in een volle babygroep? Bekijk dan onze Emmi Pikler Inspiratiedagen.

De uitgangspunten van Emmi Pikler vragen om verdere verdieping en uitwisseling met elkaar. Hoe kan deze visie ondersteunend zijn aan de ontwikkeling van de baby’s bij jouw op de groep? Daar denk ik graag met je over verder.

Meer weten? 

Wil je meer weten over de babyontwikkeling? Of heb je interesse in het integreren van de visie van Emmi Pikler op jouw kinderdagverblijf? Bekijk ons aanbod van babytrainingen of neem dan contact op met Lynn Adelmeijer.

DOWNLOAD ARTIKEL ALS PDF