OVER EDUX

Nieuws

Het werken met een kleine groep versus een grote groep

2 januari 2023

In de peutergroep en groep 1 – 2 wordt regelmatig de grote kring ingezet voor activiteiten als voorbereidend rekenen en voorbereidend taalonderwijs. Maar hoe effectief is de grote kring voor de betrokkenheid van ‘alle’ kinderen? En voor het opnemen van nieuwe informatie? Welke voor- en nadelen ervaren pedagogisch medewerkers en leerkrachten in een grote groep? Anderzijds zien we ook pedagogisch medewerkers en leerkrachten die bewust kiezen voor instructie in een kleine kring, maar waarom kiezen zij voor een kleiner kring en hoe wordt dit door hen ervaren? In dit artikel wordt het werken in een kleine en grote groep met elkaar vergeleken, zodat jij jouw keuzes betreft klassenmanagement en instructiemomenten nog bewuster kunt maken.

Instructieplekken

Afbeelding2.jpgEr is bewust gekozen voor het woord ’groep’. Hiermee willen we aangeven dat een instructiemoment niet alleen hoeft plaats te vinden in een kring. Er zijn namelijk talloze plekken en momenten waarop je kunt inspelen op de behoeften van het kind. Een instructiemoment kan namelijk ook met een klein groepje plaatsvinden in de bouwhoek, aan de watertafel, op het speelplein, met sensorisch materiaal enzovoorts.

Hiervoor is het belangrijk om te weten welke doelen speelbaar zijn. Dit zijn doelen die kinderen niet onderwezen krijgen in een kring. Een instructiemoment kan je dus ook spelenderwijs verzorgen op de grond of aan een tafel door eerst te observeren. Wat zijn de interesses van het kind? Waar kan jij verrijken? Je hebt de themadoelen dus in je hoofd en kijkt met die bril naar de handelingen van het kind. Jij kijkt waar je jezelf kunt verbinden tijdens het spel en hoe je dit doelgericht kunt verrijken. Tijdens een spelenderwijs instructiemoment is en blijft het spel van het kind leidend. Op deze manier werk je doelgericht en heeft het kind dus geen instructie nodig op dit doel in een kleine en/of grote groep.

Een grote groep

Jonge kinderen zitten regelmatig in een grote groep. De grote groepen worden gebruikt tijdens de inloop, de dagopening, tijdens het fruiteten, maar ook tijdens instructiemomenten voorbereidend rekenen en taalonderwijs.

Een grote groep zorgt voor saamhorigheid en is volgens velen gemakkelijk voor het bereiken van ‘alle’ kinderen. Binnen een grote groep heb je veel verschillende denkniveaus (een heterogene groep). Kinderen hebben dus veel kans om van elkaar te leren. Voor jou als volwassene is het nu extra belangrijk om voldoende te differentiëren, zodat iedereen in zijn of haar (onderwijs)behoeften wordt voorzien. Naast heterogeen groeperen kun je ook homogeen groeperen. Tijdens homogeen groeperen, bijvoorbeeld in een kleine groep, zorg je ervoor dat kinderen met hetzelfde denkniveau bij elkaar zitten.

De volgende voor- en nadelen kunnen bij grote groepen spelen:

Voordelen

  • Door heterogeen groeperen hebben kinderen veel kansen om van elkaar te leren.  
  • Gemakkelijker te overzien voor de pedagogisch medewerker of leerkracht.
  • Handiger te organiseren binnen het klassenmanagement en het timemanagement.
  • Fijn voor het groepsgevoel van de kinderen.
  • In één keer instructie aan de gehele groep.

Nadelen

  • De betrokkenheid is lager.
  • Het vraagt veel van de concentratie en focus van de kinderen.
  • Er zijn ‘teveel’ verschillende denkniveaus. Dit vraagt om veel differentiatie.
  • Te weinig concreet materiaal voor ‘alle’ kinderen, waardoor niet alle kinderen handelend kunnen meedoen met concreet materiaal.
Tips voor het effectiever maken van de instructie in een grote groep

Afbeelding3.jpgJonge kinderen kunnen volgens een onderzoek van Jensen (2005) maar een korte tijd focussen tijdens de instructie. Uit dit onderzoek blijkt namelijk dat kinderen uit groep 1 ongeveer 5 minuten nieuwe informatie kunnen opnemen. Voor groep 2 geldt zo’n 5 tot 8 minuten. Van Zon (2017) geeft in een ander onderzoek aan dat kinderen van drie tot vijf jaar ongeveer 10 tot 15 minuten beschikken over volgehouden aandacht. Vanaf zesjarige leeftijd kan een kind een instructie of kringgesprek volgen van ongeveer 20 minuten. Hoewel het resultaat van beide onderzoeken verschillend is, kunnen we een voorzichtige conclusie trekken dat een instructiemoment voor kleuters maximaal 10 tot 15 minuten mag duren. Dit geldt voor zowel grote als kleine groepen.

Natuurlijk zijn er nuanceverschillen. Je hebt vast en zeker vaker een instructie gegeven die langer was dan 10 minuten waarbij de kinderen betrokken waren. Maar bedenk altijd goed of de kinderen echt zo betrokken waren, als wij denken dat ze waren. En dat het voor het opdoen van succeservaringen belangrijk is dat je een instructiemoment beëindigt wanneer de betrokkenheid nog groot is. En dus niet wanneer de kinderen de betrokkenheid zijn verloren.

Daarnaast is het belangrijk om kinderen te activeren met materiaal. Laat hen actief en handelend meedoen. Dit betekent dus dat niet één kind midden in de kring iets mag pakken of voordoen, maar dat ‘alle’ kinderen materiaal hebben om betrokken te blijven en actief mee te doen. Ook de manier waarop jij vragen stelt heeft invloed op de betrokkenheid van de kinderen. Bij het geven van willekeurig beurten en het daarna toepassen van denktijd, zorg je ervoor dat ‘alle’ kinderen actief blijven nadenken. 

Een kleine groep 

Afbeelding4.jpgTijdens het werken met kleine groepen heb je ongeveer 3 tot 5 kinderen bij je voor een instructiemoment. De overige kinderen uit de groep werken in de hoeken of op speelwerkplekken. De kinderen die instructie krijgen in een kleine groep zijn vaak geclusterd op dezelfde (onderwijs)behoeften en krijgen pre-teaching, een  basisinstructie of verlengde instructie.

Tijdens en na de Coronaperiode is er onderzoek gedaan naar welke interventies effectief zijn voor de leerontwikkeling van kinderen. Deze interventies zijn opgenomen in de Toolkit NPO Gelden. Ook de effectiviteit van het werken met kleine groepen is opgenomen in deze Toolkit. Begeleiding in een kleine groep is het meest effectief wanneer deze goed is afgestemd op de zone van de naaste ontwikkeling van het kind. Ook John Hattie heeft onderzoeken gedaan naar verschillende interventies die de ontwikkeling van het kind een enorme boost kunnen geven. Om deze interventies met elkaar te kunnen vergelijken heeft hij hieraan effectgroottes verbonden. Alles met een effectgrootte boven 0.40 heeft een sterk effect op de leerontwikkeling van het kind. Het werken met kleine groepen heeft een effectgrootte van 0.49, dus een sterk effect. Niet alleen de leerkracht kan werken met kleine groepjes. Ook een oudere leerling kan doelgericht met een jongere leerling aan de slag door middel van peer-tutoring. Peer-tutoring heeft een effectgrootte van 0.55.

De volgende voor- en nadelen kunnen spelen bij kleinere groepen:

Voordelen

  • Je kunt beter afstemmen op de leerbehoeften van de kinderen.
  • Kleine groepen zijn doelgerichter.
  • Tijdens het instructiemoment kun je de kinderen gemakkelijker monitoren en dus gelijktijdig observeren en/of de instructie, het tempo en materiaal aanpassen.
  • De kinderen krijgen meer taalkansen.
  • Er is meer interactie tussen de kinderen onderling.
  • De kinderen krijgen meer (taal)feedback.
  • Kinderen doen actiever mee in een kleinere groep.
  • De kinderen krijgen meer individuele aandacht.
  • Er is materiaal voor ieder kind, waardoor het kind handelend met concreet materiaal kan meedoen.  

Nadelen

  • Lastig om zicht te houden op ‘alle’ kinderen, dus ook de kinderen die in de hoeken of speelwerkplekken aan het spelen zijn.
  • Moeilijker te organiseren op de dagplanning.
  • Vraagt veel van de executieve functies van de kinderen die zelfstandig spelen in de hoeken of speelwerkplekken. Denk bijvoorbeeld aan het werken met uitgestelde aandacht.
  • De pedagogisch medewerker of leerkracht heeft een sterk klassenmanagement en timemanagement nodig.
  • Er is minder heterogeniteit, omdat de kinderen met dezelfde (onderwijs)behoeften worden geclusterd. Maar toch kan je voor gedeeltelijke heterogene groepjes zorgen, zodat kinderen van elkaar kunnen leren.
  • De kinderen in de kleine groep worden mogelijk afgeleid door andere spelende kinderen in het lokaal.
Vaker aan de slag in een kleine groep

Afbeelding1.jpgVoordat je kunt gaan werken met kleine groepen is een sterk klassenmanagement de basis. Eerst moet het zelfstandig werken ingeoefend worden, voordat het zelfstandig werken als middel naast kleine instructiegroepen kan worden ingezet. Dit is de basis.

Zorg ervoor dat je het werken met uitgestelde aandacht voor de kinderen visualiseert. Op deze manier stimuleer je de ontwikkeling van de executieve functies. Doe dit bijvoorbeeld door een bloemenketting. Deze ketting doe je om wanneer je gaat werken in een kleine groep. Of zet een knuffel als visuele ondersteuning op jouw stoel. Op deze manier worden kinderen visueel herinnerd aan het feit dat ze jou geen vragen mogen/kunnen stellen. Geef duidelijk van te voren aan wat de regels zijn, waar alle materialen liggen en wat ze wel en niet mogen pakken. Laat dit de kinderen hardop herhalen. Ook dit stukje klassenmanagement moeten kinderen aangeleerd krijgen en de kracht zit hem in herhaling! Zorg dus voor instructiemomenten en ordeactiviteiten met de kinderen. Bespreek ook welk klasgenootje ze mogen raadplegen bij vragen. Of koppel kinderen in tweetallen aan een vraagmaatje. Bij vragen hebben ze dan altijd iemand om op terug te vallen.

Naast het visueel maken van uitgestelde aandacht wil je ook kunnen aangeven hoe lang ze jou niet mogen benaderen. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een kleurenklok of time timer. Op deze manier kun je tijd visualiseren.

Voordat je instructie geeft in een kleine groep, loop je eerst een startronde door de klas. Zit ieder kind op de juiste speel- en/of werkplek? Weet het kind wat hij of zij kan doen met het materiaal? Start daarna pas met instructie in jouw kleine groep. Laat de instructie maximaal 10 tot 15 minuten duren en loop daarna weer een ronde door de klas, voordat je start met een nieuwe kleine groep.

Kortom, een setting in een grote groep leent zich het beste voor sociale momenten, zoals de dagopening, het fruiteten, een boek voorlezen als ontspanning en feestmomenten. Wij willen je uitdagen om de instructies van de niet speelbare doelen voornamelijk in de kleine groep te geven, zodat je doelgerichter kunt werken, gemakkelijker de (onderwijs)behoeften van de kinderen kunt monitoren, de kinderen meer taalkansen en individuele aandacht krijgen en je de instructie gelijktijdig kunt aanpassen op de behoeften van de kinderen. Zo profiteren de kinderen namelijk meer van jouw interventies!

Wil je meer weten over het effectief vormgeven van instructies in een kleine groep? En hoe jij jouw klassenmanagement hierbij het beste kunt inzetten? Neem dan contact op met het team jonge kind door een mail te sturen naar edux-jonge-kind@edux.nl

Leer samen met het team jonge kind omdenken bij het werken in kringen en een doelgerichte spelenderwijze instructie neer te zetten die past bij de ontwikkeling van de kleuter!