OVER EDUX

Nieuws

De kracht van activiteiten op de BSO

25 november 2025

Frustratie, emotioneel- of onmachtig gedrag bij kinderen op de BSO kan een flinke uitdaging zijn. Hoe kun je omgaan met situaties die voor jou uitdagend gedrag bevatten? In dit artikel deelt adviseur Teun Bevers hoe activiteiten kunnen helpen bij het de-escaleren en co-reguleren bij kinderen op de BSO. Ook deelt Teun een handig stappenplan om deze aanpak stap voor stap te kunnen implementeren.

Het crisisontwikkelingsmodel

Als pedagogisch professional kom je waarschijnlijk dagelijks voor verschillende keuzes en uitdagingen te staan bij het omgaan met gedrag. Tijdens de training Weer- en wendbaar werken leren we de professionals naar situaties met uitdagend gedrag te kijken vanuit het Crisisontwikkelingsmodel. Het model biedt een helder kader om te begrijpen hoe spanning bij kinderen (mensen) opbouwt en hoe wij als professionals kunnen bijdragen aan regulatie. In dit artikel koppelen we dat model aan een praktische interventie: de ´Doen top-5´-lijst, gericht op bewegen en regulatie.

waarom een 'doen top-5'-lijst?

Alle kinderen hebben specifieke activiteiten waar ze energie van krijgen, waar ze zich prettig bij voelen en waar ze ontspanning uithalen. Vergelijk het met het gedrag van onszelf: we sporten, wandelen, kletsen en knutselen heel wat af met z’n allen. Dat vinden we leuk om te doen en we ontspannen erdoor. Als we niet zo lekker in ons vel zitten, kiezen we er vaak voor om één van onze favoriete activiteiten te ondernemen, die helpen ons de spanning los te laten. We hebben het niet over onze jaarlijkse vakantie, het dagje naar de Efteling of uitgebreid uiteten. Het gaat om dagelijkse activiteiten, die je eigenlijk altijd kunt doen. Denk aan het lezen van een boek, het snoeien van planten in de tuin of een rondje hardlopen. Door samen met kinderen een persoonlijke top 5 van activiteiten op te stellen, creëren we een toolbox die in verschillende fasen van spanning kan worden ingezet bij regulatie. Denk aan voetballen, kleien, lezen, dansen op muziek, constructiespel of graven in de zandbak.

het crisisontwikkelingsmodel en de fasen

Het model onderscheidt verschillende fasen van spanning en controle(verlies). Onze interventie sluit hierop aan:

Fase 0 – Rust en zelfregulatie

Gedrag/Gemoedstoestand: Het kind is ontspannen en in balans.

Actie: Het kind kiest zelf activiteiten uit de ‘Doen top-5’-lijst en onderneemt deze spontaan. Dit versterkt autonomie en welzijn. Het enige wat de professional hoeft te doen is beschikbaar zijn.

Praktijkvoorbeeld-1.png

Fase 1 – Signalen van spanning, angst voor controle verlies.

Gedrag/Gemoedstoestand: Er ontstaat lichte irritatie, frustratie of sturende gedachten.

Actie: De professional attendeert het kind op de ‘Doen top-5’-lijst:

“Wil je even voetballen of iets bouwen? Dat helpt vaak om je fijn te voelen.”

Hier stimuleert de professional proactief de zelfregulatie en de keuzevrijheid/autonomie van het kind door positieve suggesties te geven vanuit zijn of haar 'Doen top-5'-lijst.

Praktijkvoorbeeld-2.png

Fase 2 – Controleverlies dreigt

Gedrag/Gemoedstoestand: Het kind zit hoog in spanning, is mogelijk boos of opstandig, naar mate de spanning stijgt ontstaat steeds meer het gevoel: “Ik tegen de wereld en de wereld tegen mij”.

Actie: De professional neemt meer regie. Denk aan het beperken van de keuze mogelijkheid, het sturen richting een activiteit of het directer brengen van de boodschap. Bijvoorbeeld: “Kom, we gaan samen 2 minuten springen of rennen.” Of: “Jij pakt een bal en gaat naar buiten, nu.”. Beweging helpt om adrenaline af te voeren en spanning te ontladen. Dit is co-regulatie: samen actief spanning verminderen. Bij voetbal zou je zelfs de beweging en de actie kunnen co-reguleren: “Trap eens harder, trap eens hoger, trap eens kalm, etc.”.

Praktijkvoorbeeld-3.png

waarom werkt dit?

Enkele redenen waarom deze aanpak werkt:

  • Beweging verlaagt stresshormonen en geeft een gevoel van controle.
  • Keuzevrijheid in fase 0 en 1 versterkt autonomie.
  • Samen doen in fase 2 biedt veiligheid en structuur.
  • Hoe hoger de opgebouwde spanning, hoe minder verbale instructies binnen komen. Bied activiteiten en spel met weinig uitleg en instructies (die herkenbaar en voorspelbaar zijn).
tips voor implementatie

Met deze tips kun je de aanpak direct toepassen:

  • Maak samen met elk kind een ‘Doen top-5’-lijst en hang deze zichtbaar op. Welke activiteit staat op nummer 1?
  • Kies activiteiten die haalbaar zijn en in principe altijd kunnen.
  • Bespreek in het team hoe je signalen van fase 1 en 2 herkent, hoe ziet dat er concreet uit per kind.
  • Oefen met korte interventies: “Welke activiteit helpt jou nu?”.
  • Reflecteer na een drukke dag: wat werkte goed, wat kan beter?
conclusie

Door het Crisisontwikkelingsmodel te combineren met een praktische, kindgerichte aanpak zoals de ‘Doen top-5’-lijst, geven we kinderen én professionals handvatten om spanning te reguleren. Zo creëren we een veilige, positieve BSO-omgeving waar ieder kind zich kan ontwikkelen.

Meer weten? 

Wil jij als pedagogisch professional zelf of met je team leren hoe je deze thema’s effectief inzet, neem dan contact op met Edux adviseur Teun Bevers. Hij verzorgt de training: ‘Weer- en wendbaar werken, preventief en de-escalerend werken’ en is de bedenker van de ‘Beweegkaarten box, weerbaarheidsoefeningen voor kinderen’. Het zijn beiden vormen van leren waarbij de professional uitgedaagd wordt om anders naar spel te kijken.

Download dit artikel met handig stappenplan én de 'Doen top-5'-poster via de knop hieronder. Wil je een print vriendelijke 'Doen top-5'-poster ontvangen? Vraag hem aan via t.bevers@edux.nl.

DOWNLOAD ARTIKEL ALS PDF

DOWNLOAD 'DOEN TOP-5'-POSTER