OVER EDUX
De IB-er als duizendpoot - Leerlingen met ernstige rekenproblemen
Op bijna iedere basisschool werkt een intern begeleider, kortweg ‘IB-er’. De invulling van de rol als IB verschilt vaak per school. De intrede van Passend Onderwijs heeft ook effect gehad op de rol van de IB. In de praktijk zien we dat de IB-er veelal betrokken is bij de kwaliteit van het didactisch en pedagogisch handelen op school, het zorgbeleid en bij het zicht hebben op de ontwikkeling van de leerlingen.
Welke rol de IB-er ook heeft op een school, het is een belangrijke rol. De IB-er is een duizendpoot: van contact met ouders tot ondersteuning van collega’s/het team. In deze reeks nemen de adviseurs van Edux je mee in werkzaamheden die passend zijn bij de IB. Zij delen hun tips en ervaringen over diverse onderwerpen. Dit keer komt het onderwerp ‘ernstige rekenproblemen en dyscalculie’ aan bod.
goed rekenonderwijs
Een belangrijk doel van ons reken-wiskunde onderwijs is het ontwikkelen van functionele gecijferdheid voor alle kinderen: het ontwikkelen van kennis en vaardigheden waarmee kinderen nu en later kunnen functioneren in de maatschappij. De sleutel hiervoor is goed rekenonderwijs. Dit is voor alle leerlingen belangrijk, maar zeker voor leerlingen die moeite hebben met rekenen. Maar wat is goed rekenonderwijs?
Goed rekenonderwijs vraagt van schoolteams/leerkrachten:
- een heldere visie op rekenonderwijs;
- afspraken op schoolniveau over de rekentijd er per week op het lesrooster;
- afspraken (op schoolniveau) over het automatiseren van de basisvaardigheden;
- kennis van de leerlijnen van de verschillende rekendomeinen;
- kennis van rekendidactiek (handelingsmodel, drieslagmodel)en deze kunnen toepassen in de instructie;
- kennis hebben en het kunnen toepassen van korte directe instructie, waarbij er sprake is van expliciete uitleg en begeleide inoefening;
- het goed in kaart kunnen brengen van de onderwijsbehoeften van specifieke leerlingen (zowel rekensterke als rekenzwakke leerlingen).
IB TIP: Zijn er rekenafspraken bij jullie op school vastgelegd? Staan deze ook centraal tijdens groepsbezoeken?
We willen met ons rekenonderwijs voorkomen dat er rekenproblemen ontstaan. Er zullen echter altijd leerlingen zijn die moeite blijven houden om het rekenonderwijs bij te houden. Uit onderzoek blijkt dat in Nederland 25% van de leerlingen in het Nederlandse onderwijs problemen heeft met rekenen. Kenmerkend voor leerlingen met rekenproblemen en rekenstoornissen zijn problemen met het automatiseren van de basiskennis en/of het begrijpen en leren van regelafspraken en procedures. Hoe kun je als IB-er samen met de groepsleerkracht vroegtijdig signaleren van ernstige rekenproblemen, wanneer spreken we eigenlijk van dyscalculie en hoe kunnen we aansluiten bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met ernstige rekenproblemen of dyscalculie?
vroegtijdig signaleren
Vroegtijdig signaleren van achterstanden in rekenvaardigheid begint al in groep 1-2. Signalen die op jonge leeftijd al zichtbaar kunnen zijn, zijn onder andere: moeite met vlot leren tellen, geen belangstelling hebben voor puzzels en telactiviteiten, het ontbreken van kennis rondom talige rekenconcepten (meer, minder, grootste, voor achter, enzovoorts) en getal symbolen hebben geen betekenis.
Na groep 1-2 blijkt vervolgens vaak in groep 3-4 dat het automatiseren en memoriseren van eenvoudige bewerkingen niet op gang komt. De leerling blijft het tellen op de vingers of bedenkt andere alternatieven zoals op tenen tellen of het tellen van de systeemplafonds in de klas. Daarnaast is er vaak een beperkt inzicht in de betekenis van bewerkingen en hebben deze leerlingen moeite met het onthouden van kennis (mogelijk vanwege een beperkt werkgeheugen). Een ander belangrijk signaal is het ontwikkelen van weerstand tegen rekenen.
Een leerling hoeft natuurlijk niet alle signalen te laten zien. Maar vroegtijdig signaleren van mogelijke rekenproblemen is belangrijk; hoe eerder je (laagdrempelige) interventies kunt inzetten, hoe meer kans op een succesvolle rekenontwikkeling en dat de ernst van de problemen beperkt kan worden.
Wanneer jij als IB-er in gesprek bent met een collega over een leerling met mogelijke rekenproblemen, bespreek dan naast de inhoudelijke signalen ook de signalen van de effecten op het welbevinden en zelfvertrouwen van de leerling.
Wat te doen bij rekenproblemen in de klas?
Goed rekenonderwijs vraagt om de juiste afstemming op de onderwijsbehoeften van de leerling. Waar haal je de informatie vandaan om tot de juiste afstemming te komen?
- Toetsanalyse
Het analyseren van toetsen (methode gebonden toetsen en methode onafhankelijke toetsen) geeft inzicht in welke domeinen de leerling problemen ervaart en waar mogelijk extra inhoudelijke interventies op nodig zijn. - Observatie
Het observeren van een leerling, bijvoorbeeld met behulp van het drieslagmodel, is een krachtig middel. Leerlingen met rekenproblemen hebben vaak problemen op de as van betekenisverlening. Hoe eerder dit in beeld is en de juiste hulp geboden wordt, des te kleiner zullen de rekenproblemen blijven. - Rekengesprekken
Voer tijdens rekenactiviteiten in de klas rekengesprekken met de leerlingen: hoe denkt de leerling, in welke fase van de oplossingsstrategie is de leerling bezig, wat wil de leerling nog leren of nog hulp bij? Rekengesprekjes zijn van essentieel belang in de interactie tussen leerkracht en leerling. Bekijk ook het artikel over rekengesprekken voeren uit de JSW.
Afhankelijk van welke problemen de leerling laat zien is het belangrijk om de hulp op rekengebied te intensiveren. Biedt meer instructiemomenten, zorg voor voldoende tijd om opgedane kennis in te oefenen en blijf automatiseren. Een van de mogelijke interventies die toegepast kan worden is het (tijdelijk) inzetten van hulpmiddelen, waardoor leerlingen verder kunnen komen in het rekenproces.
rekenstoornis
Wanneer er ondanks gedane interventies onvoldoende vooruitgang zichtbaar is in de rekenontwikkeling, zou er mogelijk sprake kunnen zijn van dyscalculie. Dyscalculie is een leerstoornis op het gebied van rekenen. Leerlingen met dyscalculie hebben hardnekkige rekenproblemen. De rekenproblemen zullen ook niet over gaan met extra instructie en oefenen. Hoewel er meer kinderen zijn met rekenproblemen, wordt er geschat dat er bij ongeveer 2-3% van de kinderen sprake is van dyscalculie.
Het verschil ernstige reken-wiskunde problemen en dyscalculie is moeilijk te duiden. Bij zowel ernstige reken- en wiskunde problemen als bij dyscalculie is er namelijk sprake van een grote achterstand in de rekenontwikkeling. Maar niet iedere leerling met een rekenprobleem heeft daadwerkelijk een rekenstoornis. Alleen een gekwalificeerd psycholoog of orthopedagoog kan een onderzoek hiernaar uitvoeren en een mogelijke diagnose stellen.
Weet dat er vaak naar de volgende criteria gekeken wordt:
- Er is sprake van een achterstand op het gebied van de rekenontwikkeling.
- Er is sprake van hardnekkigheid: ondanks gerichte, langdurige en deskundige begeleiding gaat deze leerling niet of onvoldoende vooruit.
- De problemen zijn niet te herleiden naar andere stoornissen.
aansluiten bij onderwijsbehoeften
In jouw rol als intern begeleider, kom je mogelijk in leerlingbespreking in gesprek over leerlingen die meer nodig hebben dan het reguliere basisaanbod. Zo mogelijk ook voor leerlingen met rekenproblemen. Breng samen met de leerkracht duidelijk in kaart wat de leerling nodig heeft. De eerder genoemde interventies als toetsanalyse, observatie en een rekengesprek kunnen je hier informatie over geven.
IB-TIP: Wanneer er sprake is van daadwerkelijk forse rekenproblemen of dyscalculie: Laat uiteindelijk de leerkracht samen met de leerling een ‘faciliteitenkaart’ ontwerpen. Hierop breng je in beeld welke dispenserende, compenserende, sociaal-emotionele en remediërende maatregelen voor deze leerling van toepassing zijn. De verantwoordelijkheid voor het gebruik hiervan ligt bij de leerling zelf.
leestips
Mocht je je nog meer willen verdiepen in rekendidactiek of het omgaan met rekenproblemen, dan zijn onderstaande publicaties en/of boeken wellicht interessant om te lezen:
- Aan de slag met rekenproblemen (Oostendorp, 2014).
- Handboek Dyscalculie en Rekenproblemen (Ruijssenaars, van Luit, Van Lieshout, & Kroesbergen, 2021).
-
Protocol Ernstige RekenWiskunde problemen en Dyscalculie (van Groenestijn, Borghouts, & Janssen, 2011).
-
TIB-tool Voorkom (ernstige) rekenproblemen (Ceciel Borghouts, 2015).
-
Rekengesprekken voeren (Kaskens, 2019).
Meer weten?
Wil je meer weten over ernstige rekenproblemen of dyscalculie? Of samen een faciliteitenkaart of hulpplan maken? Neem vrijblijvend contact op met adviseur Inge van Zundert-Hommel.